maandag 10 oktober 2016

DE GESCHIEDENIS VAN DE ANTROPOSOFIE IN ZWOLLE versie 1-10-2016






DE GESCHIEDENIS VAN DE ANTROPOSOFIE
IN ZWOLLE
(ca. 1906-1984)
VOORWOORD

Toen iemand van het Werk- en Studiecentrum voor Antroposofie in Zwolle mij een paar maanden geleden verzocht iets uit de vroege geschiedenis van de Zwolse antroposofen na te gaa
n bleek dat niet zo eenvoudig.
Ik ben toen in allerlei kranten en stukken gaan snuffelen. Op het gevraagde kon ik echter geen antwoord geven, maar wel stuitte ik op allerlei gegevens en zo werd het idee geboren om de geschiedenis van het antroposofische leven in Zwolle zo goed mogelijk na te gaan en gesprekken met enkele van de oudste nog in leven zijnde antroposofen in Zwolle te hebben.

Bedoeld is de geschiedenis zo objectief mogelijk weer te geven. Verwacht U dus niet een inhoudelijk echt antroposofisch stuk, maar wel een stukje geschiedenis,
geschreven door een antroposoof voor een ieder die belang stelt in het reilen en zeilen van de antroposofie sinds haar prille begin in Zwolle.

Ik ben mij er wel van bewust dat ik lang niet alles heb kunnen achterhalen. Toch hoop ik hiermee een stukje geschiedenis aan de vergetelheid te hebben ontrukt, voordat er niemand meer zal zijn die er nog over kan vertellen. Dankzij veler medewerking is het toch nog tot een verhaal geworden.


Epe, 31 mei 1985 T.N.

N.B.

Ondergetekende heeft het manuscript van Tani Nieuwenhuizen gescand en voorzien van enkele wijzigingen en verbeteringen van afbeeldingen; waaronder de spelling van het woord antroposofie en verandering van locaties (o.a.) de relieken van Thomas a Kempis.
Voor verbeteringen houd ik me aanbevolen,

Zwolle 3 mei 2016 Henk van Hove,


Inleiding

Alvorens over de geschiedenis van de antroposofie in Zwolle te spreken eerst iets over de geschiedenis van de stad zelf.

Zo was er al heel vroeg een kerk, gewijd aan Sint Michaël. Ook de patroonheilige van Zwolle is de aartsengel St. Michaël. Michaël heeft dus voor Zwolle reeds eeuwen lang een bepaalde betekenis
gehad. Er zijn nu ook meer kerken van die naam in Zwolle: de Sint Michaëls kerk aan de Middelweg (R.K.), de Grote of Michaëls kerk aan de Grote Markt (na de Reformatie een hervormde kerk) en de St. Michaëls kapel van de Vrij- Katholieke Kerk in de Van Ittersumstraat.
Het is dus niet te verwonderen dat we St. Michaël ook vinden in het Zwolse stadswapen. Zwolle kent ook enkele Michaëls legenden.
Dr. Rudolf Steiner heeft ook reeds bij zijn bezoek aan Zwolle op 30 maart 1913 de geestelijke stroming aangehaald, die men de Moderne Devotie noemt. Deze stroming is voortgekomen uit de Broeders des Gemeenen Leevens en in Deventer door Geert Grote als initiatiefnemer - overigens na een turbulent leven - in het leven geroepen. Al spoedig richtte zich deze beweging op Zwolle en omstreken. Heel bekend uit die tijd zijn de kloostergemeenschappen van Windesheim (de Windesheimer Congregatie) en van de Agnietenberg bij Zwolle. In het Agnietenbergklooster leefde van 1399- 1471 Thomas a Kempis (afkomstig uit Kempen in Duitsland), die hier o.a. "De navolging van Christus" heeft geschreven, een wereldberoemd werk, dat in vele talen is vertaald. Eén facet van De Navolging van Christus zou o.a. ook zijn "het verdragen van de gebreken van anderen". De relikwieën van Thomas a Kempis rusten in een tombe in de St. Michaëlskerk aan de Middelweg. (inmiddels zijn deze relieken verplaatst naar de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopneming)




De Broeders des Gemeenen Leevens woonden ook in Zwolle, in de Fraterhuizen. Hun voornaamste bezigheid was het overschrijven van bijbels en andere werken. Van de hand van Thomas a Kempis is bijvoorbeeld een bijbel, die zich nu bevindt in de Hessische Landes- und Hochschulbibliothek in
Darmstadt en daarom dan ook bekend is als de Darmstadtbijbel. Als kloosterregels koos men de regels van Augustinus, die meer contemplatief waren. Zij richtten zich op zuivering van het geloof (men noemt dit soms wel een voorloper van de Reformatie). De levenswijze van de kloosterlingen was zeer sober, ze bezigden eenvoudige taal en brachten vele uren door in meditatie. Zij richtten zich vooral op de innerlijke groei van de mens. Ondanks hun goede intenties kon men echter toch niet verhinderen dat ze bij de woelingen rond de gilden in Zwolle in 1416 werden betrokken, die
eindigden in de bloedige Lucienacht. De vestigingen van de Moderne Devotie verspreidden zich over praktisch geheel Nederland en België en bevonden zich tot ver in Duitsland, voornamelijk langs de rivieren, tot zelfs in Urach en Basel (Zwitserland) toe.

Helaas is nóch van het Klooster Agnietenberg nóch van het Klooster Windesheim veel bewaard gebleven. Op de Agnietenberg bevindt zich slechts een gedenksteen.

Zwolle heeft meer bekende persoonlijkheden voortgebracht. Om er maar een paar te noemen: de staatsman Thorbecke, de dichter Potgieter, de rekenmeester Willem Bartjens, de schilder Gerard ter Borch en Johan van den Mynnesten, de "meester van Zwolle" (etsen en gravures), waarvan men
vermoedt dat hij Albrecht Dürer heeft geïnspireerd.

Het ontstaan van de antroposofie in Zwolle in de jaren vóór 1914 In deze stad, met een zo rijk verleden, heeft ook de antroposofie aan het begin van deze eeuw een goede bodem kunnen vinden.
Hoewel de antroposofie in naam begint in 1913 waren er vóór die tijd in Zwolle - evenals elders - ook al mensen spiritueel bezig. In 1906 zien we namelijk de heer Julius Polak (18-3-1879/31-3-1956),
drs. in de wis- en natuurkunde, naar Zwolle komen. Hij werd leraar aan de Rijks H.B.S. in Zwolle. Vóór zijn huwelijk in 1919 woonde hij bij de heer L. Bokelmann in de Diezerstraat. De heer Bokelmann had
in de Diezerstraat een muziekhandel en was ook pianostemmer. Ook was in 1909 uit Kampen, waar hij enige tijd docent was aan de Hogere Krijgsschool, de heer Andries Terwiel in Zwolle komen wonen. Hij werd directeur van de Eerste Onderlinge Aannemers Verzekerings Maatschappij.




Andries Terwiel 1 april 1871 ” 13 maart 1912
(foto fam. Terwiel - Epe)

De heer Terwiel was officier geweest in het Koninklijk Nederlands Indische Leger en had jaren in Atjeh gediend aan het hoofd van een afdeling van de Koloniale Reserve. Hij vooral heeft, eerst op het
gebied van de theosofie, daarna de antroposofie , veel werken uit het Engels en uit het Duits vertaald. Dat hij op dat gebied zeer veel en goed werk heeft gedaan zal niemand betwijfelen. Zo vertaalde hij werken van Annie Besant en C.W. Leadbeater ("Gedachtevormen", 1905) en van mw. H.P. Blavatzky ("De Geheime Leer", 1906 e.v.) en daarna zien we hem werken van Dr. Rudolf Steiner vertalen, zoals: "Theosofie" in 1909, "Die Geheimwissenschaft im Umriss" in 1910 (destijds getiteld
"Het Occultisme in Groote Trekken") en "Das Christentum als mystische Tatsache" in 1911 ("Het Christendom als mystieke vervulling en de mysteriën der oudheid").
De heer Terwiel was leider van de Theosofische Loge in Zwolle. In november 1911 werd besloten de naam van de loge te veranderen in "Christian Rosenkreuzzweig" (westelijke theosofen).
Kort daarna - in 1912 - sterft Terwiel, bijna 41 jaar oud.
Als we zien wat hij in die korte tijd heeft bijgedragen aan de antroposofie in Zwolle - en niet alleen in Zwolle, maar ook landelijk, moet hij voor de toenmalige antroposofen grote betekenis hebben gehad
dan moet deze man wel haast dag en nacht hebben gewerkt. Terwiel was bevriend met en een groot bewonderaar van Dr. Rudolf Steiner en greep elke gelegenheid aan om een lezing bij te wonen, als Dr. Steiner in Duitsland in een voor hem bereikbare plaats sprak. Helaas heeft hij het niet meer
mogen beleven dat Rudolf Steiner in Zwolle kwam spreken op 30 maart 1913 in de Concertzaal van Odeon.
Zijn echtgenote evenwel, mw. G.I.C. Terwiel-Bruins, samen met zijn schoonzuster, mw. C.L. Bruins en nog enkele anderen, waren degenen die op 16 januari 1913 de volgende brief schreven:


(Archief antroposofische bibliotheek Den Haag)

(opm. Milak = Milatz)


Hierbij zien we dus ook de heren Polak en L. Bokelmann. Kort hierna, op 13 maart 1913, komt Dr. Rudolf Steiner dus in Zwolle en houdt een voordracht in Odeon. Het onderwerp van de lezing is onbekend.

Het is jammer dat de kranten van omstreeks die datum in Zwolle in het geheel niets vermelden van de lezing die Dr. Steiner daar heeft gehouden. Toegangsbewijzen blijken nog wel te achterhalen:




(Archief antroposofische bibliotheek Den Haag)

Wel vinden we rond die datum een paar verslagjes over de voordrachten van Dr. Steiner in Den Haag, waaruit blijkt dat de verslaggevers met weinig kennis van zaken over dit onderwerp hun “stukje” schreven:


Uit de Provinciale Overijsselse en Zwolsche Courant van zaterdag 29 maart 1913, Rubriek: “ Uit de Residentie” (Gemeentelijke Archiefdienst Zwolle).


De periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Ook in de jaren na 1913 tot aan 1926 ongeveer tasten we vrijwel in het duister. Toch mogen we aannemen dat er antroposofisch leven in Zwolle is geweest. Polak, L. Bokelmann en zijn zuster A.N. Bokelmann die met H. Walburgh Schmidt was getrouwd, mw. Milatz en mw. Terwiel-Bruins waren jaren achtereen in Zwolle woonachtig. Van de tijd rond de jaren 1926 is uit overlevering bekend dat Dr. F.W. Zeylmans van Emmichoven lezingen in Zwolle heeft gegeven. Bekend is ook dat in die jaren veel lezingen werden gehouden in de Openbare Bibliotheek in de Kamperstraat (Dr. Zeylmans, Mr. M. Stibbe, Henri Zagwijn).
In de jaren daarna tot aan de Tweede Wereldoorlog waren het ook Dr. Zeylmans, P.J. de Haan en Mr. M. Stibbe die lezingen in Zwolle gaven. Verder herinnert men zich lezingen van een Zwolse leraar Van der Poel (die ook een boek zou hebben geschreven) en van mw. Van Deventer-Van Dam. Een toen bestaand studiegroepje was nog van weinig betekenis, maar bestond dus wel.
Op verzoek van de heer Polak wordt omstreeks 1938 - na haar vestiging als huisarts in Zwolle – drs. Bauk J. van Ekeren door Dr. F.W. Zeylmans van Emmichoven aangewezen als voorzitster van de groep Zwolle. Polak wordt dan secretaris.

De eerste klasse-uren

De allereerste klasse-uren in Zwolle, namelijk het eerste en het tweede klasse-uur tegelijk, zijn op 1 maart 1940, dus vlak vóór de Duitse inval in Nederland tijdens de mobilisatie, gehouden door mw. Elisabeth Vreede, die zelfs nog uit Dornach was gekomen. Deze klasse-uren vonden plaats bij de dames Van Ekeren thuis, aan de Harm Smeengekade 9. Na de oorlog werden de klasse-uren regelmatig gegeven door de heer P.J. de Haan uit Zeist, die dan meestal logeerde bij een oom en tante in Zwolle, die ook antroposoof waren. Deze klasse-uren werden meestal gegeven in het gebouw BIoemendalstraat 11 (Gebouw Vrijmetselaarsloge).

Na De Haan nam mw. E. Mulder-Seelig het over in 1956 en zij gaf de klasse-uren weer aan de Harm Smeengekade 9 tot juni 1956, waarna we geen klasse-uren meer zien, totdat deze in januari 1974 weer begonnen. Ze werden gehouden door mw. J. Barendse-Rietema aan het adres Lorentzlaan 21 in
Zwolle -Berkum bij mw. D. van Drimmelen-Pille, waar ze tot heden nog steeds maandelijks hebben plaatsgevonden.

De jaren 1940-1945

Hoewel het verboden was heeft de groep Zwolle ook in de oorlogsjaren aan antroposofie gedaan. Men hield onderling bijeenkomsten bij de leden thuis. Daarbij moest men wel uitkijken onderweg op straat niet gesnapt te worden met een boek van Rudolf Steiner, want al dergelijke lectuur was verboden.

De jaren na 1945

Vlak na de oorlog waren er alweer lezingen. De sprekers, men herinnert zich H.D. van Goudoever, kwamen tot aan het Katerveer, waar met de pont werd overgevaren omdat de brug in de oorlog was vernield. Daar werd men dan opgehaald door het Zwolse bestuur.

De heer Polak - zoals bekend - was de stimulerende kracht in de groep Zwolle vóór en na de oorlog tot aan zijn overlijden in 1956. Hij was een sympathiek mens en zeer goed van vertrouwen, té goed misschien, getuige de volgende geschiedenis: Hij was namelijk van Joodse afkomst, maar hoefde zich aanvankelijk, omdat hij gemengd gehuwd was geweest (hij was weduwnaar), niet te melden. Toen de situatie zich wat dat betreft echter ging verscherpen (in 1944), bleek dat ook hij opgepakt zou worden. Een politieagent heeft hem nog gewaarschuwd dat bekend was geworden dat hij die avond
zou worden opgehaald. Hij bleef desondanks toch thuis en werd dus meegenomen naar het politiebureau. Ondanks dat men van de groep uit een onderduikadres voor hem had en dit bij monde van Bauk van Ekeren onder het mom van het brengen van medicijnen op het politiebureau werd meegedeeld en ook enkele "goede" politiedienaren zelfs de voordeur lieten open staan, wilde hij toch niet vluchten en zei: "Het is mijn lot - tot na de oorlog!" Hij is toen via Westerbork in het najaar van 1944 naar Theresienstadt gedeporteerd.

Na de oorlog - op 29 juni 1945 is op de groepsavond de heer Polak herdacht, omdat men niets meer van hem had gehoord en dacht dat hij het niet had overleefd. De volgende dag - precies een dag later
stond hij op de stoep van de Harm Smeengekade 9, juist aangekomen uit Duitsland! Hij heeft zich daarna weer volledig kunnen inzetten voor de antroposofie in Zwolle. Zelf gaf hij ook wel lezingen en
zien we ook dat hij een cursus astronomie gaf aan de groep. Hij is praktisch in het harnas gestorven, want de avond vóór zijn overlijden was hij nog aanwezig op een groepsbijeenkomst. Gelezen werd het Lucas Evangelie. Ondanks het feit dat hij zich duidelijk niet goed voelde was hij toch gekomen. De volgende dag is hij overleden. Zijn heengaan was een groot gemis voor de Zwolse antroposofen.

Vlak na het overlijden van de heer Polak in 1956 bestond het bestuur volgens het verslag van de jaarvergadering van de groep Zwolle d.d. 6 september 1956 (dat bewaard is gebleven), uit:

mw. J. van Ekeren-Lussenburg, secretaresse
mw. H.J.Vreede, ass. secr.(later penningm.)
mw. H. Holleman-Moeri, penningm.
mw. Noback, ass. penningm.
mw. B.J. van Ekeren, voorz.

Mw. H.J. Vreede is inderdaad nog een héél ver familielid van mw. Elisabeth Vreede (Ned. Patriciaat, 68e jaargang, 1984).
Volgens de geraadpleegde Mededelingenbladen na 1948 zijn er in de jaren na de oorlog tot begin 1962 zeer veel activiteiten in Zwolle geweest. We zien dan regelmatig sprekers komen, zoals:
Dr. L.F.C. Mees, M.B.A. Laffrëe, H. Ogilvie, (Prof.)Dr. B.J.J. Lievegoed, P.J. de Haan, Dr. F.W. Zeylmans (overleden in 1961), Mr. M. Stibbe, Dr. F.C.J. Los, H.D. van Goudoever, Dr. T. Jurriaanse, S. von Gleich, Stefan Lubienski, D. van Bemmelen, R.C. van Mansvelt, F.H. Julius, Henri Zagwijn, Edo Hack,
S. Knijpenga en vermoedelijk nog enkele anderen. De meeste lezingen vonden plaats in Hotel Peters aan de Grote Markt.

Ook de leden van de groep zelf zijn vaak erg actief geweest en hebben veel kunstzinnige bijdragen geleverd ofwel voordrachten gegeven. Dit waren, naast de heer J. Polak, vooral mw. A. Burbach-De Bruyn uit Zwolle en mw. A. Pomes-Schaank uit Ommen. Mw. Pomes-Schaank was een leerling
van Marie Steiner (Sprachgesta1tung) en heeft ook Dr. Rudolf Steiner nog persoonlijk gekend.

Het werk in Zwolle

Hier volgt een overzicht van het werk in het afgelopen jaar.
Er zijn nu vier activiteiten. Ten eerste is er de oudste groep. Deze groep laat sprekers komen. In de loop van het jaar spraken hier de heren Van Goudoever en Stibbe, de heer Hack uit Brummen en de dames Mulder-Seelig en Jensma. Ieder van hen hield meer dan één keer een voordracht.
De bijeenkomsten hadden vrij veel belangstelling en zo langzamerhand vinden enkele mensen hun weg tot de antroposofie.
Ten tweede is er een groep leden en belangstellenden, die elke Donderdagmiddag bijeen komt, beurtelings bij een van de leden. Daar worden in hoofdzaak de evangeliën behandeld. We zijn nu bezig met het Mattheus-Evangelie. Verleden jaar lazen we het Marcus-Evangelie. Met de jaarfeesten wordt er een voordracht van Dr. Steiner gelezen, bijv. met Johanni de ..Johanni-imaginatie".
Ten derde zijn er enkele oudere leden, die met elkaar ..Das Michaël- Mysterium" en de „Leitsatze” bestuderen. Hiermede worstelen we al vele jaren, maar we houden vol.
Dan is er nog een cursus voor beginnelingen van de heer Polak. Deze cursus moest dit jaar stilstaan door het ongeval, dat de heer Polak getroffen heeft. Er was bij de deelnemers veel animo en we hopen, dat er a.s. September opnieuw begonnen zal worden. Mevrouw Mulder komt de klasse-uren geven. Er zijn acht klasse-leden.
In December met de Kerst-bijeenkomst gingen twee mensen uit Zwolle naar Den Haag en brachten later verslag uit van alles, wat ze daar gehoord en beleefd hadden.
Op de jaarvergadering in Zeist waren drie Zwollenaren aanwezig. Met de Euritmie gaat het niet zo vlot. Enkele pogingen in die richting liepen op niets uit. Enkele dames willen het nog eens proberen, misschien dat het dan beter gaat.
Eén ding missen we hier en dat is de jeugd. We voelen dit als een groot gemis. Toch zijn we niet ontevreden, ja zelfs dankbaar, dat we dit alles mochten beleven en meemaken.

M. de Bruyn-Boerdam.
krant van 26 mei 1952 krant van 23 oktober 1952

Uit: Prov.Overijsselsche en Zwolsche
Courant
(Gemeentelijke Archiefdienst Zwolle)

Na 1962 zijn er duidelijk minder lezingen, maar zien we nog regelmatig groepsavonden en studiegroepen. Tenslotte blijven er twee studiegroepen over, t.w. één aan de Harm Smeengekade 9 en één in de Julianastraat 49 bij mw. Burbach, o.l.v. mw. Pomes-Schaank. Deze twee groepen bestaan in feite nog steeds, al zijn ze intussen wel kleiner geworden. Die aan de Julianastraat 49 is dezelfde groep die later bijeenkomsten houdt bij mw.H.J.Vreede aan de Beukenallee en op het ogenblik houdt deze groep haar studiebijeenkomsten bij de dames Bok in Wapenveld.

Doordat zalen en goede sprekers op de duur voor de steeds kleiner wordende groep rond 1962 te duur werden en niet makkelijk meer waren op te brengen konden steeds minder voordrachten worden georganiseerd. Bovendien was de interesse in die periode wat verflauwd. Dat er vroeger meer georganiseerd kon worden is vermoedelijk ook toe te schrijven aan het feit, dat de toenmalige penningmeester van de Vereniging in Den Haag, de heer A.P. Visser, van tijd tot tijd een subsidiebedrag aan de groep in Zwolle toekende. Ook kwam er gedurende enige jaren elk kwartaal een bijdrage binnen van de heer en mevrouw Onnes van Nijenrode-Smits uit Epe, die in de jaren 1951-1953 in hun huis "Huize Norel" in het kader van het Centrum voor Vrij Geestesleven ook regelmatig lezingen organiseerden (S. von Gleich, Mr. A.C. Henny, Dr. F.C. Los, Dr. F.W. Zeylmans van Emmichoven, (Prof.) Dr. B.C.J. Lievegoed, H.D. van Goudoever) en die contacten onderhielden met
Zwolle. De Zwolse leden woonden ook deze lezingen bij. Een en ander blijkt uit een nog bewaard gebleven kasboek van de groep Zwolle (van l-9-'51 tot 12-7-'65). Hoe groot de groep in Zwolle was is ook te zien: in 1951 waren er ongeveer 18 leden en begunstigers, die een bijdrage van ƒ. 1.— per
maand betaalden om hiervan sprekers te kunnen uitnodigen. Maar gaandeweg wordt de groep kleiner door vertrek en overlijden van de leden, die voor het overgrote deel intussen reeds ouder waren geworden. Jonge mensen waren in die tijd niet zo geïnteresseerd. De interesse van
de jongeren kwam weer pas toen de Vrije School in Zwolle kwam.

De jaren na 1962 verliepen betrekkelijk rustig. Al werden er toch nog wel eens lezingen georganiseerd. Zo bijvoorbeeld in 1967 in de Buitensociëteit, waar Dr. L.F.C. Mees sprak over "drugs en LSD". De belangstelling was niet gering. Er waren vooral veel jongeren gekomen. In de loop der jaren kwamen er nieuwe antroposofen naar Zwolle. Hierbij waren ook Peter en Dieneke van Drimmelen, in 1966.
Peter begon in 1972 met een jongerengroep van 7 mensen, die geïnteresseerd waren in pedagogiek. Hij was altijd een zeer enthousiast antroposoof geweest, maar door ziekte moest hij zijn activiteiten in Zwolle zeer sterk beperken. Voor 22 maart 1975 had hij nog een bijeenkomst georganiseerd van
het Landelijk Ledencontact en hiervoor een zaal gehuurd in het Baptisten kerkje aan de Zamenhofsingel. Helaas heeft hij dit zelf niet meer kunnen afmaken. Op 22 mei 1974 kwam hij plotseling te overlijden. Hij heeft daardoor voor Zwolle niet die betekenis kunnen krijgen, die hij ongetwijfeld zou hebben verworven en misschien was de geschiedenis voor Zwolle, wat de
antroposofie betreft en ook op stedenbouwkundig terrein, dan wel heel anders verlopen.
Na zijn overlijden heeft zijn vrouw Dieneke het werk voortgezet. Zij was het, die in zijn plaats aan de hand van zijn aantekeningen op het Landelijk Ledencontact een voordracht over de activiteiten en de situatie in Zwolle heeft gehouden. Later, in 1977/78, begon zij met twee jongerengroepen, één
op pedagogische basis en één op filosofisch/religieuze basis. De eerste groep bestudeerde "De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie" en de tweede groep "De geestelijke leiding van mens en mensheid". Verder werden vanaf januari 197^ de klasse-uren regelmatig bij
haar thuis gelezen. Van 1975—1983 was zij contactpersoon voor Zwolle van de Antroposofische Vereniging. Daarna nam Jan Alfrink van de Vrije School het van haar over. Mw. Van Drimmelen gaf ook cursussen in schilderen (sluieren en nat-in-nat) aan groepjes van 6-7 mensen.

De Vrije School in Zwolle

De geschiedenis van het ontstaan van de Vrije School is een verhaal op zich.
Het zou te ver voeren in dit bestek tot in detail op elk onderdeeltje in te gaan. Kort gezegd ging een en ander als volgt in zijn werk:

Het initiatief voor een Vrije School is door een zeer toevallige samenloop van omstandigheden ontstaan. Eigenlijk waren er twee stromingen.
In het verleden was ook al eens door een groepje een poging gewaagd. Toen was blijkbaar de tijd niet rijp en het liep dus op niets uit.

In 1977/78 echter was er op geestelijk gebied nogal wat gaande. Er waren lezingen geweest, uitgaande van het Centrum voor Geestelijke Bewustwording in Zwolle, waar allerlei stromingen samenwerkten en hun ideeën bekendheid konden geven. Het blijkt dat hierdoor toch iets is ontstaan. Er waren mensen die hun kinderen graag op een Vrije School wilden doen. Aan de andere kant
had Zwolle toen een burgemeester, de heer Drijber, die zeer welwillend tegenover de Vrije Schoolbeweging stond en ook vond, dat in zijn stad
alle soorten scholen vertegenwoordigd moesten zijn. Hij besprak dit al eens met de wethouder van onderwijs, de heer J.C. Tamse. Tamse vroeg enkele mensen (de heren R. Kolle en A.A.H.v.d.Boogaard) om de mogelijkheden te onderzoeken. Toen in Meppel van de daar reeds bestaande Vrije School een Open Dag werd gehouden gingen mensen uit Zwolle, onafhankelijk van elkaar, naar Meppel en hebben daar zoals dat gaat de bezoekerslijst getekend. Deze lijst is toen door de heer Kolle geraadpleegd om te zien wie er van Zwolle naar Meppel waren geweest en dus geïnteresseerd waren. Dit bleek best de moeite waard.

In diezelfde tijd ontmoette de heer Kolle toevallig Lenie Uijtdewilligen, die een dochter had op de Vrije School in Zutphen (omdat er in Zwolle geen Vrije School was). Hij vroeg haar hier eens meer over te vertellen. Van het een kwam het ander - men spreekt van een "stroomversnelling" - de
ontwikkelingen gingen razendsnel. Op een bepaald moment in 1978 kwam een groep van 12 belangstellenden en belangstellende ouders bij elkaar bij de familie Roggen. Daar zijn de eerste contacten gelegd. Ook de heren Kolle en v.d.Boogaard waren van de partij. Toen men op het stadhuis kwam om erover te praten leek burgemeester Drijber blij met het initiatief en speelde een en ander weer door aan wethouder Tamse. Van het gemeentebestuur uit is toen een brief gezonden naar de Bond van Vrije Scholen in Den Haag, omdat men vond dat er in Zwolle een Vrije School moest komen. In mei 1978 was er een info-avond in De Bolder, waar zo'n 100-150 mensen kwamen. Een en ander heeft geresulteerd in de Stichting van de Vrije School in Zwolle. Op 7 september 1979 werd de opening van de Vrije Kleuterschool aan de Bachlaan officieel verricht door wethouder J.C. Tamse. Begonnen werd met één kleuterklas en men werkte nog ongesubsidieerd. Intussen was men gestart
met een handtekeningenactie, die nodig was om toestemming te krijgen voor een lagere school. Op 1 augustus 1980 kwam Jan Alfrink als leraar en aan het eind van dat jaar werd ook de subsidie verleend. De Vrije School wordt geëxploiteerd door de Stichting Rudolf Steinerschool Zwolle. Momenteel
(schooljaar 1984-85) zijn er 1-6 klassen en twee kleuterklassen. Totaal zijn er nu 170 leerlingen (50 in de kleuterklassen en 120 op de lagere school). De eerste Open Dag was op 29 maart 1
980. Daar mocht men toen 150 belangstellenden begroeten.

In die tijd werden ook lezingen op het gebied van de Vrije Schoolpedagogiek gegeven door Veltman, Lapoutré, Laffrée, Kuiper, Joop van Dam uit Haarlem en Dr. L.F.C. Mees, die sprak over "Kinderziekten en Voeding".

Voordat de Vrije School in Zwolle was zijn er wel Kerst- en Paradijsspelen gegeven door mensen van Meppel. Deze zijn tweemaal in Zwolle geweest. Toen Zwolle zelf een Vrije School had kon dit door eigen mensen gebeuren.

Velen hebben persoonlijk dan wel financieel bijgedragen aan het tot stand komen van de Vrije School in Zwolle. Enige namen zijn al genoemd. Ik wil er nog enkele noemen. Dat waren dan: mw. A. Smit-Adolfs, mw. D. van Drimmelen-Pille, mw. H.A.M. Uijtdewi11igen, mw. C.J. Pleiter-Van Bussel, Suze en Dirk Roggen, A.A.H. v.d.Boogaard, R. Kolle, mw. E. Henny, Christie en Willem Termeulen, mw. Koning, mw.v.Dalfsen, mw.Barendse-Rietema, mw.Pomes-Schaank, mw. Vreede, dhr. en mw. Sluiter, dhr. Heijboer en nog vele anderen.

Biologisch-Dynamische producten

In de jaren zeventig was er in het begin een alternatief winkeltje van Christie Termeulen en haar man in het jeugdcentrum Hedon in Zwolle, later Pastinakel geheten. Men verkocht toen BD-groente en fruit van het verdeelcentrum in Zuidwolde. De winkel is nu gevestigd aan de Van Karnebeekstraat.
(Inmiddels Goody foods aan de Potgietersingel 1, 8011 NA Zwolle).

Op een dag schreef een mw. Van Dongen een advertentie in de krant met de vraag of er mensen waren die met haar wilden samenwerken om een kring op te richten van mensen, die onbespoten groente en fruit wensten te eten. Men kwam tot elkaar en ging naar dhr. De Groot in Brummen, waar
een afspraak werd gemaakt dat men het zelf zou ophalen. Dit werd jarenlang gedaan door enkele antroposofen en belangstellende niet-antroposofen uit Zwolle.

De Christengemeenschap

Reeds enige jaren voor de oorlog werden er Mensenwijdingsdiensten gecelebreerd door Dr. F.C. Los in het gebouw Bloemendalstraat 11. Ook na de oorlog werden deze diensten hervat, totdat in de jaren vijftig burgemeester Toornstra, ook antroposoof, in Hattem kwam, waarna de diensten in Hattem werden gecelebreerd. Na vertrek van burgemeester Toornstra uit Hattem hielden de diensten op.
Ook waren er eenmaal per maand lezingen aan huis bij mw. Hogenkamp in de Westerlaan en bij mw. Burbach (Knijpenga, mw. Bladergroen).

Werk- en Studiecentrum voor Antroposofie in Zwolle

Op 27 december 1982 kwam er een aantal mensen bijeen om te komen tot de oprichting van deze initiatiefgroep. Men wilde zich zo inzetten om de antroposofie meer bekendheid te geven en te brengen bij mensen die hierin geïnteresseerd zijn. De groep kwam regelmatig bijeen en ook
hier werd in de loop van de tijd veel werk verzet. De eerste lezingen die deze groep organiseerde waren die van Drs. Rudolf Mees in september en oktober 1983. Daarna volgden lezingen van de heren Veltman, M. Boeke, Chr. Wiechert, Auke v.d. Meij, Ferdie Amons, e.a.
Er werden ook verschillende cursussen georganiseerd: nat-in-nat schilderen o.l.v. Annemargreet Mulder en BD-landbouw o.l.v. Pieter Tideman en Willy Schilthuis. Zowel de lezingen als de cursussen werden goed tot redelijk bezocht.

Antroposofische geneeskunde/geneesmiddelen

Sinds 1938 was Bauk van Ekeren in Zwolle als arts gevestigd; zij was in haar studietijd al antroposoof. Nu waren vrouwelijke artsen in die tijd voor Zwolle een verre van alledaags verschijnsel, zodat vaak
tegenwerking van allerlei kanten ondervonden werd. Toch schreef zij antroposofische geneesmiddelen voor aan diegenen die er om vroegen, wat bij collegae in Zwolle nogal eens weerstand opwekte. Ook de apothekers waren niet geneigd Weleda in hun assortiment op te nemen,
maar na de oorlog was het de apotheker Dr. G. Kluin Sr. in de Luttekestraat, die toch bereid was Weleda-geneesmiddelen en - preparaten op recept te leveren en de apotheek Kluin doet dit nog steeds.
Inmiddels is hier sinds 1952 de apotheek van mw. A. Smit-Adolfs aan de Molenweg bijgekomen, die zoals bekend alle Weleda-producten levert.
De arts Bauk van Ekeren heeft eind 1977 haar praktijk om gezondheidsredenen helaas moeten staken. Wij zijn haar dankbaar voor het baanbrekende werk dat zij heeft verricht.

Mw. Smit-Adolfs, die ook heel veel heeft gedaan voor de totstandkoming van de Vrije School in Zwolle, heeft ook veel bijgedragen aan de uiteindelijke vestiging van een antroposofisch arts in Zwolle. AI voordat de Vrije School er was schreef zij, samen met mw. Van Drimmelen, een brief aan
de Bond van Doctoren dat er in Zwolle genoeg te doen zou zijn voor een antroposofisch arts, weshalve toestemming voor vestiging werd verzocht.
Natuurlijk is het niet mw. Smit-Adolfs alleen geweest die hieraan goed
werk heeft verricht. Er kwam een
initiatief van een groep mensen die in Zwolle - nu de Vrije School er was - ook de mogelijkheid wilden hebben een antroposofische arts te raadplegen en antroposofische geneesmiddelen voorgeschreven te krijgen. Bovendien wilde men nu ook een schoolarts op antroposofische basis voor de Vrije School.
De werkers van het eerste uur, Angelique Petersen, Ank Uytenboogaart, Marjolein ten Siethoff en Marianne Bakker hebben samen met anderen - ongenoemden, maar niet minder gewaardeerden! - het initiatief genomen. Er werden weekend-cursussen georganiseerd o.l.v. de Haagse arts Dr. Engelbregt. Deze hadden zeer veel succes. En er waren lezingen van Dr. L.F.C. Mees, eveneens onder zeer veel belangstelling.
Zo was het resultaat dan toch eindelijk dat een arts werd gevonden. Dat was Christian Meijer, 35 jaar oud. Hij studeerde medicijnen in Amsterdam, liep daarna stage in de antroposofische huisartsenpraktijk van dr. Ogilvie en dr. Chavannes in Amsterdam en heeft ook
een jaar gewerkt als assistent in de Zeylmans van Emmichovenkliniek in Bilthoven.

Dankzij de medewerking van de Zwolse arts, dr. Pleiter, die een deel van zijn praktijk en ook praktijkruimte aan dokter Meijer afstond, is de vestiging van de antroposofische huisarts Christian Meijer op 2 april 1984 een feit geworden. Zwolle had toen dus eindelijk een antroposofische arts en de Vrije School had haar schoolarts.

De initiatiefgroep, na aflossing van de wacht wegens vertrek naar het buitenland van enkele leden, gaat intussen nog door met het organiseren van lezingen en cursussen, o.a. "Verpleegkunst thuis".

Slotwoord

Zo zijn er in de afgelopen jaren nogal wat initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Wanneer we nu het Mededelingenblad opslaan en zien wat er onder Zwolle aan activiteiten staat vermeld dan is dat heel wat. Velen hebben zich daarvoor ingezet en doen dat nog steeds. Er is activiteit op velerlei gebied: Er is een Vrije School, er is een antroposofische arts, men kan BD-producten krijgen... Kortom de antroposofie leeft in Zwolle. Er is iets zichtbaar geworden!
Tot slot zij dan ook-allen, die daarbij betrokken zijn, veel wijsheid en inzicht toegewenst.



Epe 31 mei 1985 Tani Nieuwenhuizen




Geraadpleegde literatuur / bronnen

Mededelingen van de Antroposofische Vereniging in Nederland, 1949 t/m 1984.

Willem Zeylmans van Emmichoven, ein Pionier der Anthroposophie, door Emanuel Zeylmans

Zwolle 750 jaar stad, door drs. F.C. Berkenvelder

Bibliotheek van de Antroposofische Verenigingin Den Haag (hr. R. de Winter)

Catalogus tentoonstelling 750 jaar Zwolle inarchiefstukken 1230-1980, door H.J.H. Knoester
en C.J. de Kruijter

Gemeentelijke Archiefdienst van Zwolle (Prov.Overijsselsche en Zwolsche Courant, Bevolkings
Registers, archief Odeon)



Met dank aan:

mevrouw B. Terwiel-Linder, Epe
de heer R. de Winter, Anthr. Bibl., Den Haag
mevrouw dra. B.J. van Ekeren, Zwolle
mevrouw J. Barendse-Rietema, Epe
mevrouw H.J. Vreede, Zwolle
mevrouw D. van Drimmelen-Pi1le, Zwolle
mevrouw C.J. Boele-la Rivière, Zeist
mevrouw S. Roggen, Zwolle
mevrouw H.A.M. Uijtdewi11igen, Zwolle
mevrouw J. Reit, Zwolle

de heer A.G.M. Heijmerikx, Zwolle (restaurator)